Kawakawa en Orewa

Vorige: We zijn vertrokken!

Inmiddels zijn we alweer een paar dagen onderweg met onze camper. De camper die we hebben gehuurd is zo ongeveer de grootste die ze hadden, met 6 slaapplaatsen. In Nederland zouden we er met ons B-rijbewijs niet mee mogen rijden (bruto gewicht meer dan 3500 kg), maar hier is dat blijkbaar geen probleem. Hij doet ‘t prima, maar tijdens het rijden heb je wel een enorm lawaai aan je kop. Alles in het interieur piept, kraakt en rammelt en kastjes springen onderweg zelfs open! Maar verder is het wel een comfortabel ding. De bedden zijn prima, de koelkast doet het en we kunnen binnen naar het toilet. Rijden met de camper is prima te doen, al is het bergop natuurlijk geen snelheidsmonster. En het scheelt dat er op de meeste plaatsen niet veel verkeer is. Natuurlijk is alles even wennen. De eerste keer dat we de camping verlieten, vergat ik gelijk om de stroomkabel los te maken en we waren al ruim van de camping af toen ik erachter kwam dat er een oranje lintworm aan onze auto hing 😉 Gelukkig was er niks kapot.

Wat ook erg meevalt hier, tot nu toe, is het weer. De nachten zijn fris, maar dankzij onze 6-persoons camper hebben we meer dan genoeg dekbedden en dekens om het lekker warm te houden. De dagen zijn tot nu toe warm (boven de 20 graden) en zonovergoten, al begon vandaag (maandag 9 november) bewolkt met een beetje regen. Wat we binnen een paar dagen al gemerkt hebben, is dat de zon hier erg fel is; je verbrandt in no-time, en veel en vaak smeren is hard nodig.

Zaterdagochtend (na onze vierde nacht in NZ) werden we voor het eerst (eindelijk!) op een normale tijd wakker en leek onze jetlag achter de rug. Deze ochtend hebben we afgesproken om op de koffie te gaan bij Jennifer, ex-schoonzus die 8 jaar geleden naar NZ is verhuisd. Zij woont in Kawakawa, op 20 minuten rijden van onze camping. Het was vreemd, maar ook leuk om haar daar in een totaal andere omgeving na zo lang weer te zien.

Na de koffie zijn we naar het centrum van Kawakawa gegaan, waarvandaan je met een stoomtreintje een stukje door de omgeving kunt rijden. Voor onze kleine treinen-freak was dat natuurlijk erg leuk en spannend! Voor z’n papa en mama trouwens ook hoor. Eerst met frietjes geluncht op het station, en daarna een klein uurtje in de trein. Na terugkomst zijn we nog even naar de Hundertwasser toilets gewandeld. Deze openbare toiletten zijn ontworpen door Friedensreich Hundertwasser, een Oostenrijks kunstenaar, die in deze plaats heeft gewoond tot hij in 2000 overleed.

Alsof we deze dag nog niet genoeg hadden gedaan, zijn we na ons bezoek aan Kawakawa naar Paihia gereden om onze mountain bikes uit te gaan proberen. In de buurt van Paihia is een waterval te vinden (Haruru Falls), waar een bospad naartoe loopt. Hoewel het bospad overal als wandelpad staat vermeld, hoopten wij dat we er met de fiets wel overheen zouden kunnen. Helaas. Al na een kleine 100 meter stond een hek waar je met de fiets niet door kon. Daarom zijn we maar over de gewone weg (deels asfalt, deels gravel) naar de watervallen gefietst. Dit fietstochtje van 5 km was toch best pittig. We zijn die heuvels niet zo gewend, he… Gelukkig was het wel de moeite waard; voor Rowan was het pootje baden bij de watervallen het hoogtepunt van de dag. Veel te moe waren we pas laat terug op de camping.

Inmiddels beginnen we ook het besef te krijgen, dat NZ een groot land is, en dat hier zoveel te zien is, dat 5 weken eigenlijk te kort is. Wij hebben ervoor gekozen om zowel het Noorder- als het Zuidereiland te bezoeken, en we moeten onze tijd dus verdelen. We hadden best nog wat langer bij de Bay of Islands willen blijven, want eigenlijk hebben we van de Bay niet zoveel gezien, maar we willen ook op tijd in Wellington de boot pakken om nog tijd over te houden voor het Zuidereiland. Daar komt nog bij, dat we met Rowan geen hele dagen in de camper willen zitten, en dus wat kleinere afstanden kunnen afleggen. Op zondag hebben zijn we daarom weer een stukje zuidwaarts gaan rijden, en zijn we gestopt in Orewa, een kustplaats net ten noorden van Auckland.

In Orewa hadden we een kampeerplek direct aan het strand. Heerlijk voor strandliefhebbers Rowan en Marijke; je kon zo op je blote voeten naar het strand rennen en aan een prachtig zandkasteel beginnen 🙂 ‘s Avonds zijn we richting het dorp gelopen en hebben we in een strandtentje wat gegeten met uitzicht over de Golf van Hauraki. Toen Rowan in bed lag, zijn we er eindelijk maar eens goed voor gaan zitten en hebben we een reisplannetje gemaakt voor de rest van het Noordereiland. We hebben namelijk al een boeking voor de veerboot naar het Zuidereiland, alleen heeft het reisbureau die al gepland voor komende woensdag. Die moeten we dus verzetten, alleen wisten we niet zo goed naar wanneer precies. Na veel wikken en wegen hebben we nu besloten dat we op woensdag 18 november de oversteek naar het zuiden willen maken en dat we dus nog slechts 9 dagen hebben om het Noordereiland verder te verkennen.

Kortom: op maandagochtend was het weer inpakken en wegwezen. Onze volgende bestemming: Coromandel, een rit van zo’n 200 km. Tot voorbij Auckland was dit een saaie snelweg, maar de laatste 50 km, langs de westkust van de Coromandel Peninsula, was een prachtige kustweg met schitterende uitzichten. De natuur is hier soms vergelijkbaar met Europa, maar vaak ook heel anders. De lucht is vol met geuren van bloesems en er staan zeer exotische bomen tussen de meer bekende. Wat we in Nederland als kamerplant houden, staat hier als onkruid langs de weg. Het grappige is dat het gras hier ook gewoon vol staat met madeliefjes en boterbloemen, dus dat lijkt dan weer op Nederland. Ook zien we hier, al zou je dat niet verwachten, veel koeien in de weilanden staan en vrij weinig schapen.

Zowel in Orewa als in Coromandel staan we op een “Top 10 Holiday Park“, en vooral deze laatste is bijzonder netjes en van alle gemakken voorzien. Overigens hebben we alle campings tot nu toe gevonden via de “CamperMate” app, waarmee je makkelijk op lokatie kunt zoeken en direct de reviews van andere kampeerders kunt lezen. Erg makkelijk. Alle campings tot nu toe hebben gratis WiFi (al werkt ‘t niet overal even snel) en meestal kunnen we ‘s avonds ergens binnen zitten met de babyfoon.

Kortom, we krijgen het reisritme langzaam maar zeker te pakken. Tot de volgende keer!

Volgende: Coromandel, Hobbiton en Rotorua